Waarom ik doe wat ik doe en wat mijn grootouders daarmee te maken hebben

Tijdens mijn opleiding voor systemisch werk, heb ik naar mijn genogram gekeken. Bij het bespreken kwam ik tot een mooi inzicht. Mijn vier grootouders hebben er voor gezorgd dat ik doe wat ik doe.

Als klein meisje was ik dol op mijn Beppe, ze was heel vaak bij ons en altijd super lief en vol aandacht. Mijn Oma vond ik streng en meer afstandelijk, die hield niet zo van kleine kinderen, dacht ik. Toen ik dat vertelde aan mijn Beppe, dat ik haar veel liever vond dan mijn Oma, zei Beppe: ‘Jouw Oma heeft niet een makkelijk leven gehad, er is een reden dat ze doet zoals ze doet’.

Mijn Oma heeft twee kinderen verloren in haar leven. Haar enige dochter, Maria, toen ze 9 maanden oud was en haar tweede zoon, Hugo, van in de twintig. Bij haar afscheidsdienst kwam ik er achter dat mijn Opa voor zijn werk naar Frankrijk is gegaan vlak nadat Maria is overleden, zodat zij achterbleef met een groot verdriet en drie kleine jongens.

Pas toen begreep ik haar echt, zag ik wat mijn Beppe bedoelde, wat een verdriet in haar leven. Beppe zei altijd, mensen worden goed geboren, wat er daarna gebeurt kan er voor zorgen dat ze dingen doen die je niet begrijpt.

Dat is de puzzel die ik ook graag maak in mijn werk, hoe komt het dat mensen doen wat ze doen? Hoe zorgen we dat dat meer bijdraagt aan hun persoon en het werk wat ze doen?

Mijn beide Opa’s hebben me laten zien dat het belangrijk is om werk te kiezen wat bij je past. Mijn Pake genoot van het leven, maar niet van zijn werk. Hij werkte op de financiële afdeling van een energiemaatschappij, omdat hij goed kon hoofdrekenen. Zijn mogelijkheden waren beperkt, omdat hij aan één been verlamd was door polio. Tegen zijn kinderen zei hij, ‘zorg dat je nooit een kantoorbaan krijgt, vreselijk’. Hij keek er naar uit om met pensioen te gaan, zodat hij volop van de boot en de Friese meren kon gaan genieten. Hij overleed op 64 jarige leeftijd aan een hartstilstand. 

Mijn Opa koos zijn eigen weg. Als slagerszoon uit een katholiek gezin was hij actief in zowel de kerk als de PVDA, wat in die tijd een bijzondere combinatie was. Hij had in de Franse taal zijn passie gevonden en genoot van de studenten om hem heen. Hij is nooit gestopt met zijn baan als professor. Tot aan zijn dood, ver na zijn 65e, had hij zijn kamer op de universiteit en werkte hij met plezier.

Deze verhalen van mijn Opa’s zorgen er voor dat ik me blijf ontwikkelen naar en in het werk wat goed bij me past. En dat ik mensen graag help met zoeken naar wat dat voor hen is. Te zonde om dood te gaan in de hoop dat het leuke nog komt. Werk is niet alleen maar leuk, ook werk wat goed bij je past heeft moeilijke onderdelen, maar je houdt er een stuk meer energie aan over.

Zo zorgen zij ervoor dat ik de persoon achter het gedrag blijf zoeken en ga voor wat bij me past. Ik voel me gesteund door mijn systeem, dat ik iets voortzet wat zij hebben geplant. Zij maken onderdeel uit van mij en ik borduur voort op hun levens. 

Hoe werkt dat voor jou? Wat is jouw verhaal? Welke rol spelen jouw voorouders daar in? Ik ga graag met je in gesprek.

Contact

We denken graag met je mee.

We zijn gevestigd in Groningen en Drachten.